Experimenteren in de keuken is leuk, maar af en toe moet het experiment wijken voor de klassieker. Met nog wat pancetta en zilveruitjes in de voorraad werd het coq au vin.
Voor 3 à 4:
1 grote (bio)kip, in 6 à 8 stukken verdeeld
een twintigtal zilveruitjes*
2 teentjes knoflook, geplet
enkele sjalotjes, grof gesneden
200 gr pancetta of spek, in blokjes
1 bakje kastanjechampignons, in 2 of in 4 gesneden
500 cl rode wijn
enkele takjes verse tijm (en eventueel rozemarijn)
2 blaadjes laurier
verse bladpeterselie, voor de puree en om te garneren
1 el boter
1 el bloem
*Als je geen zilveruitjes hebt, kan je ze altijd vervangen door extra sjalotjes.
Bestrooi de stukken kip met peper en zout (of met een gekruid zeezoutmengsel: rozemarijn, oregano ... ). Bak ze aan alle kanten aan in een grote pan. Haal ze uit de pan en doe ze in een grote stoofpot, groot genoeg opdat de stukken min of meer naast mekaar kunnen liggen. Bak eerst het spek, dan de sjalotten, zilveruitjes en de helft van de champignons in de pan. Leg alles daarna bovenop de stukken kip in de stoofpot. Steek de platgedrukte tenen knoflook en de takjes tijm tussen de kipdelen. Doe er nog wat peper en zout, en de laurierblaadjes bij. Blus met de rode wijn. De kip moet ongeveer helemaal bedekt zijn.
Laat het potje ongeveer een uur stoven, onder deksel op een zacht vuur. Bak ondertussen ook de rest van de paddenstoelen in de pan en hou ze opzij. Doe ze een beetje voor het einde van de stooftijd bij de kip. Haal ten slotte laurier en tijmtakjes weg. Haal de stukken kip uit de pot en hou warm. Bind de saus met wat beurre manié (1 el zachte boter vermengd met 1 el bloem) of een ander bindmiddel. Doe er de kip weer in en dien op met wat peterselie erbovenop gestrooid. Lekker met een smeuïge aardappelpuree, op basis van boter en olijfolie met wat gesnipperde bladpeterselie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.