Niet iedereen is er weg van. Zeker de verse exemplaren worden wel eens keukenmeidenverdriet genoemd, omdat ze bij het schillen een stof afgeven die je handen bruin kleurt.
Gebakken met wat spekjes en champignons vind ik ze eigenlijk nog lekkerder dan in de witte saus.
Voor 2:
400 gr (diepvries)schorseneren, in stukjes
enkele (kastanje)champignons
50 gr pancetta of spekblokjes
1 sjalot, gesnipperd
1 knoflookteentje, fijngehakt
peper en zout
1 dl bruine fond (wildfond bijv.)
citroen
peterselie
Kook de schorseneren in gezouten water met een scheutje citroensap. Ze hoeven niet helemaal gaar te zijn. Giet ze af en hou ze opzij.
Stoof in een brede pan een gesnipperd sjalotje en een knoflookteentje, samen met de spekblokjes. Doe er na enkele minuten de uitgelekte schorseneren bij en laat meebakken. Kruid met peper (eventueel zout) en wat peterselie, doe er de bruine fond bij en laat verder stoven op een zacht vuurtje tot de schorseneren gaar zijn. Zorg ervoor dat niet alle vocht verdampt.
Een lekker bijgerecht bij een stoofpotje van varkenswangen of een wildragout.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.