Ik vond dit recept in een kookboek over de Turkse keuken. Daar maken ze het met pastirma. Dat is gepekeld en aan de lucht gedroogd rundvlees dat op smaak gebracht wordt met knoflook en specerijen, zoals chilipepers en fenegriek. Omdat we het buiten Turkije niet makkelijk kunnen vinden, vervangen we het door pastrami. Pastrami wordt op smaak gebracht met knoflook, kruidnagel, koriander, pimentbes en basilicum. Het wordt veel in de Joodse keuken gebruikt, in broodjes bijvoorbeeld.
Omdat het uit zichzelf al gepekeld is, moet je geen zout toevoegen. Ik gaf het als bijgerecht bij lamskoteletjes en gegrilde paprika's.
350 gr krielaardappeltjes of nieuwe aardappeltjes, gewassen, niet geschild
4 sneden pastirma, in reepjes gesneden of pastrami
rozemarijntakjes
verse bladpeterselie
citroensap
zwarte peper
Kook of stoom de aardappeltjes zo'n 10 minuutjes voor. Snij de grotere exemplaren in blokjes. Bak ze daarna in wat olijfolie. Als ze mooi bruin zijn, doe er dan de rozemarijn en de pastrami bij. Laat alles nog even doorwarmen. Dien op met de peterselie en eventueel een scheutje citroen. Smakelijk bijgerecht bij vleesgerechten.