vrijdag 29 maart 2019

Gevulde ravioli op een bedje van spinazie met varkensfinettes

Op de Buurderij van Dok Gent kon ik bij Pastati verse ravioli kopen, gevuld met ricotta en spinazie. Dat is met een botersausje met gebakken salie erbij op zich al een lekker voorgerechtje. Maar ik wou er een hoofdgerecht van maken. Extra spinazie dus, een stukje vlees en een romig sausje om het af te maken. Het was gewoon heerlijk!
Het spreekt vanzelf dat je de ravioli ook zelf kunt maken.  En het varkensvlees kan je vervangen door iets anders of gewoon weglaten! 

Voor 2:
250 gr varkensfinettes
250 gr verse gevulde ravioli
250 gr verse spinazie
1,5 dl lichte room
2 knoflooktenen, fijngehakt
olijfolie
peper en zout
wat verse peterselie en bieslook, fijngehakt (of salie)

Breng gezouten water aan de kook voor de pasta.
Begin met de roomsaus. Fruit de fijngesnipperde knoklooktenen aan in wat olie en doe er de room bij. Laat enkele minuten indikken en kruid met peper en zout, en flink wat verse peterselie en bieslook. Hou apart.
Stoof de spinazie aan in wat olie. Roer af en toe om met een vork waarop je de hele knoflookteen geprikt hebt. Dat geeft een vleugje looksmaak zonder te domineren. De roomsaus heeft al voldoende look. Kruid af met peper en zout. 
Braad de fijne varkenssneetjes eventjes aan in olie of boter, kruid met wat peper en zout.
Terzelfdertijd kook je de ravioli gaar, een 3 à 4 minuutjes volstaan.
Serveer de ravioli op een bedje van spinazie met de varkensfinettes er bovenop, met een lepeltje roomsaus.




woensdag 27 maart 2019

Frittata met witte asperges en spinazie

Mijn eerste witte asperges van het jaar, een beetje aan de vroege kant, maar ik kon er toch niet aan weerstaan. Ik combineerde ze met verse spinazie in een frittata. En dat was heel lekker. Je kan er nog altijd een groene salade bijgeven en een stukje brood.

Voor 2:
6 à 8 eieren
1 sjalotje, fijngesnipperd
1 knoflook, geperst
250 gr verse spinazie, gewassen
1 bussel witte asperges, geschild
125 gr trostomaatjes, in 2 of 4 gesneden
peper en zout
een scheutje lichte room
wat gemalen kaas, voor erbij

Verwarm de oven voor op 180°.
Stoom (of kook)  de  asperges in 6 minuutjes. Giet ze af en snij ze in 3 à 4 stukken.
Fruit de sjalot en knoflook aan in wat olie in een ovenvaste pan.
Doe er de asperges en de tomaatjes bij met wat peper en zout. 
Doe er de spinazie bij en laat garen tot de spinazie geslonken is. 
Klop de eieren los met de room en wat extra peper en zout. 
Doe het eimengsel bij de groenten en laat kort garen op een zacht vuur. 
Schuif de pan dan in de warme oven en laat staan tot de bovenkant net gestold is. 
Lekker met wat gemalen kaas erover. 

 

 



vrijdag 8 maart 2019

Gepofte aardappel met ei en tonnatosaus van Ottolenghi

Nog maar eentje van Ottolenghi. Ik laat hem even zelf aan het woord: “Dit is een combinatie van twee heel eenvoudige en troostrijke gerechten: een gepofte aardappel en een zachtgekookt ei. Als u het gerecht nog iets voedzamer wilt maken, kunt u wat extra tonijn door de saus scheppen voor u de aardappels ermee vult. Als u vooruit wilt werken, kunt u de saus een dag van tevoren maken en hem in de koelkast bewaren.”

Omdat ik hier echt niets aan toe te voegen heb, neem ik het recept integraal over, met foto incluis. 
Opvallend: De schil wordt krokant gebakken en wordt mee opgegeten. Dat verantwoordt de toch wel lange baktijd in de oven, gezien de eenvoud van het gerecht. 
Als je net als ik niet altijd zoveel tijd/geduld hebt, dan kan je de aardappelen natuurlijk garen in de magnetron. Enkele gaatjes in de schil prikken en 10 minuutjes op 750W klaart de klus aanzienlijk sneller, maar dan mis je natuurlijk de krokante korst.  

Voor 4:

4 grote aardappels om te poffen (1,4 kg)
1 eetlepel olijfolie, plus extra voor erbij
4 grote eieren, zachtgekookt (6 minuten in kokend water, afgegoten en onder de koude kraan afgekoeld), gepeld
zeezoutvlokken

Voor de tonnatosaus:
2 grote eidooiers
3 eetlepels citroensap
25 gram peterselie, grofgesneden
120 gram tonijn uit blik op olie van goede kwaliteit, uitgelekt
20 gram fijne kappertjes (of gewone kappertjes, fijngehakt), uitgelekt
2 ansjovisfilets op olie, afgespoeld en drooggedept
1 teen knoflook, fijngehakt
180 ml olijfolie




1. Verhit de oven tot 220 °C.

2. Leg de aardappels op een bakplaat, besprenkel ze met de olijfolie, bestrooi ze met ó theelepel zoutvlokken en pof ze 50-55 minuten in de oven of tot de schil krokant is en de aardappels vanbinnen gaar zijn. Haal ze uit de oven en houd ze apart.

3. Maak de saus als de aardappels in de oven liggen. Doe de eidooiers in de kom van een keukenmachine, voeg het citroensap, 20 gram peterselie, de tonijn, de helft van de kappertjes, alle ansjovis en de knoflook toe. Schakel de machine 1 minuut in tot het een grove puree is en schraap met een spatel af en toe de wand van de kom schoon. Voeg terwijl de motor draait de olie geleidelijk in een fijn straaltje toe tot het mengsel de consistentie heeft van een dunne mayonaise. Zet hem opzij.

4. Snijd de aardappels als u ze gaat serveren bijna maar niet helemaal doormidden: ga niet door de onderkant heen. Knijp een beetje in de aardappelschillen zodat het vruchtvlees wat los komt en bestrooi de binnenkant met een snufje zoutvlokken. Schep de saus in de opening en leg er een ei in dat u kort tevoren doormidden hebt gebroken, zodat de eidooier in de saus kan lopen. Voeg de overgebleven peterselie en kappertjes toe, sprenkel er wat olie over en dien ze op.

maandag 4 maart 2019

Pasta alla Norma

Pasta alla Norma oftewel pasta met aubergine en tomatensaus is een klassieker uit de Siciliaanse keuken. Zijn naam dankt hij aan een opera van Bellini die furore maakte toen dit recept ontstond. Si non è vero è ben trovato. 
Nog steeds in de ban van mijn nieuwe Ottolenghi-kookboek, koos ik vandaag  voor Ottolenghi's versie van deze klassieker. Omdat ik wel wilde weten wat zijn versie dan zo speciaal maakt, ging ik op zoek naar 'het origineel'. Ik had beter moeten weten. Elke rechtgeaarde Italiaan beschouwt  zijn versie als de enig echte, de onovertrefbare, de beste ... Ik onthoud dat je voor een echte Norma korte pasta gebruikt. Maar dat je evengoed spaghetti alla Norma vindt. Dat je de aubergine moet bakken in olie.  Verder hoort er ricotta salata bij, de gezouten harde (raspbare) versie van ricotta. Maar in sommige streken wordt pecorino gebruikt, de kaas van de streek.   En verse basilicum met (gepelde) tomaten. 
Ottolenghi's versie werkt met spaghetti, pecorino romano en voegt een chilipepertje en (verse) oregano  toe. En de aubergines worden bij hem in de oven gemaakt, met veel minder olie. 
Als je net als ik van aubergines houdt, dan kan dit gerecht moeilijk stuk, hoe je het ook maakt. En de Norma van Ottolenghi is  een van de smakelijkste die ik tot nog toe gegeten heb. 

Voor 2:
200 gr spaghetti of penne
2 aubergines
3 knoflookteentjes, in fijne sneetjes
1 gedroogd chilipepertje, eventueel van zaadjes ontdaan
een snuifje suiker 
1 blik tomaten + 2 extra tomaten
basilicumblaadjes, gescheurd + extra hele blaadjes om te garneren
ricotta salata of pecorino romano
olijfolie
peper en zout

Verwarm de oven voor op 220°. 
Trek met een dunschiller strepen van de aubergines zodat ze gestreept zijn.  Snij ze in overdwars in schijven van 1 cm dik. Doe ze in een grote kom met een halve theelepel zout, drie eetlepels olie en flink wat zwarte peper. 
Leg ze op bakpapier op een bakplaat en laat ze ongeveer 20 à 30 minuten bakken of tot ze goudbruin zijn. Halverwege kan je ze eens omdraaien. 
Bereid de pasta zoals aangegeven in de instructies.
Bewaar bij het afgieten van de pasta wat van het kookvocht.
Ondertussen kan je de tomatensaus maken. Laat de knoflook met het verkruimelde chilipepertje even aanfruiten. Doe er de tomaten bij, de oregano, wat zout en peper en eventueel een snuifje suiker. Laat ze  ongeveer 10 minuten verder pruttelen onder deksel. Doe er de takjes oregano en de aubergines bij, roer even door en laat nog enkele minuten doorgaren. 
Schep de spaghetti in de pan met saus en meng goed, voeg er enkele lepels kaas  en de basilicum aan toe en als de saus te dik is, nog wat kookwater.
Verdeel de spaghetti over  diepe borden. Werk af met wat extra kaas en basilicum, en naar wens een scheut extra vergine olijfolie. 
En nu geen getreuzel: la pasta non aspetta!





zondag 3 maart 2019

Cavolo nero met chorizo en ingemaakte citroen

Nog eentje uit Simpel van Ottolenghi. Cavolo nero of palmkool is niet direct de meest gekende koolsoort. Je vindt hem wel in biowinkels. Hij lijkt een beetje op boerenkool. Je kan het blad kort koken of roerbakken. Belangrijk is wel dat je de taaie nerf verwijdert - dus niet zoals op mijn foto. Lekker, zeker met smaakmakers als chorizo en ingemaakte citroen. Van de ingemaakte citroen gebruik ik alleen de schil. In het oorspronkelijke recept wordt ook de pulp gebruikt, maar daar zie ik de meerwaarde niet van in. Lekker bij gegrilde lamskoteletjes. 

Voor 2:
1 busseltje cavolo nero
1 stuk chorizo, gehalveerd en  in stukjes van 1 cm 
1 ingemaakte citroen, pulp verwijderd en schil in stukjes gehakt
peper en zout
1 scheutje citroensap
1 grote knoflookteen, in fijne sneetjes gesneden
1/4 tl gerookte paprika
50 g zure room (of een scheut lichte room)

Verhit wat olijfolie in een brede sauteerpan met deksel. Bak de chorizo enkele minuutjes en voeg op het einde de knoflook toe. Doe er de paprika bij en haal de chorizo met knoflook met een spaan uit de pan, en hou ze opzij. Doe er in porties de cavolo nero in en laat kort aanbakken. Doe er een scheutje water, wat zout en royaal peper bij en roer goed om. Laat onder deksel enkele minuten  smoren tot de bladeren geslonken zijn. Laat dan verdampen zonder deksel tot de bladeren zacht en lichtbruin worden. Voeg er de chorizo en citroen aan toe en roer er op het einde de room door. 

zaterdag 2 maart 2019

Bloemkool met mosterd en kaas



Een nieuw kookboek, een nieuwe kooklente. Gisteren kocht ik Simpel het nieuwste boek van Ottolenghi. Een boost die welkom was na een winter vol comfortfood.  

Vandaag al probeerde ik een eerste receptje uit. Geslaagd, natuurlijk. Ottolenghi is al langer een trouwe vriend in mijn keuken.  Ik kijk met veel plezier uit naar de rest. 





Bloemkool met kaas en mosterd is een schitterend bijgerecht, een klassieker die door de aparte kruiding toch weer verrast. Ik zette het recept wat naar mijn hand en naar de voorraad van het ogenblik, maar de ingrepen bleven zeer minimaal.   Wij aten het bij een stukje Orloffgebraad.  



Voor 2:
1 kleine bloemkool, in roosjes verdeeld
1 el boter
1 kleine ui, in fijne blokjes
½ theelepel komijnzaad

½ theelepel middelscherp kerriepoeder
½ theelepel mosterdpoeder
optioneel: 1/4 groene chilipeper, zaadjes verwijderd, in dunne ringetjes  
1/4 theelepel zwart mosterdzaad
100 ml lichte room +wat bloemkoolkookvocht
60 g rijpe cheddar, grof geraspt
1 snee broodkruim, fijnverbrokkeld
1 el bladpeterselie, fijngesneden




Verwarm de oven voor op 180 °C.

Stoom de bloemkoolroosjes 8 à 10 minuten boven kokend water tot ze beetgaar zijn. Haal de bloemkool uit de pan en laat hem iets afkoelen. Bewaar het kookvocht.
Doe de boter in een ovenvaste braadpan of een vuurvaste ovenschaal en zet hem op halfhoog vuur. Laat de ui hierin in 8 minuten gaar en goudbruin worden. Voeg komijnzaad, kerriepoeder, mosterdpoeder en chilipepers toe en laat alles af en toe roerend 4 minuten smoren. Warm het mosterdzaad een minuut mee en giet de room erbij. Doe er 50 gram kaas en wat zout bij en laat de saus 2-3 minuten pruttelen tot hij iets gebonden is. Voeg wat kookvocht toe als je meer saus wilt hebben.  Roer heel rustig de bloemkool door de saus, laat nog een minuut staan en haal de pan van het vuur.
Doe de overgebleven kaas in een kom en meng het broodkruim en de peterselie erdoor. Strooi het mengsel over de bloemkoolschotel. Veeg de bovenrand van de pan aan de binnenkant met een spatel of doek schoon - zodat eventuele restanten niet gaan verbranden - en zet hem in de oven. Bak het gerecht een klein kwartiertje tot de saus borrelt en de bloemkool heel heet is.  Haal de pan uit de oven en laat de inhoud iets afkoelen - een minuut of vijf - voor u de bloemkool opdient.