Van pasta met zeevruchten bestaan vele versies. De meest bekende is wellicht spaghetti alle vongole. Op restaurant is dat steevast mijn favoriet.
In mijn eigen keuken hou ik het bij mosselen en scampi, omdat die makkelijker te krijgen zijn. De tomaatjes geven extra pit, maar je kan ze gerust weglaten.
Voor 2 à 3:
1 kg mosselen, gespoeld en gereinigd
150 gr scampi (rauwe, gepeld)
1 knoflookteentjes, lichtjes geplet
1/2 rood pepertje, vers of gedroogd
2 el verse peterselie, fijngehakt
een scheut witte wijn
peper en zout
olijfolie
per persoon 100 g spaghetti of linguine
een handvol kerstomaatjes, gehalveerd
Kook de pasta al dente. Spaghetti of linguine zijn het meest geschikt voor deze bereiding.
Ondertussen kan je de zeevruchten klaarmaken. Doe de olie in een grote sauteer- of wokpan en bak de scampi tot ze roze zien. Kruid met peper en zout. Haal de scampi uit de pan en hou ze apart.
Stoof de knoflookteentjes en het pepertje (in zijn geheel) in dezelfde pan en laat nog 1 min sudderen.
Verwijder het pepertje (en eventueel knoflook) en voeg de kerstomaatjes, 1 el peterselie en de mosselen toe. Giet er een scheut witte wijn bij. Breng aan de kook en laat enkele minuten onder deksel stomen tot de mosselen open zijn.
Zet de pan van het vuur. Verwijder de mosselen die niet opengaan en haal de overige mosselen - op enkele na - uit de schelpen. (Dit is niet noodzakelijk, maar het geeft wel een mooiere presentatie.) Breng indien nodig op smaak met peper en zout.
Giet de pasta af en doe ze samen met de garnalen in de mosselpan, laat alles even doorwarmen en serveer zo warm mogelijk.
Lekker met warme ciabatta.